Doorgaan naar hoofdcontent

De aanzegtermijn bij tijdelijke arbeidsovereenkomsten



Peter Pijpelink – Partner Advocaten / Mediators

De aanzegregeling

Op grond van artikel 7:668 BW moet een werkgever uiterlijk één maand voordat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt een werknemer schriftelijk informeren:
·  over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst; en
·  bij voortzetting, over de voorwaarden waaronder hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten.
Dit wetsartikel beoogt de werknemer meer zekerheid te bieden. Door een tijdige aanzegging weet hij immers eerder of hij al dan niet op zoek moet gaan naar ander werk.
Uitzondering
De aanzegregeling is niet van toepassing:
·  bij arbeidsovereenkomsten aangegaan voor een periode korter dan zes maanden;
·  bij tijdelijke arbeidsovereenkomsten die niet eindigen op een tijdstip dat op een bepaalde kalenderdatum is gesteld. Dat is het geval wanneer een werknemer een contract krijgt voor de duur dat de werknemer die hij vervangt ziek is. Als de zieke herstelt, eindigt het tijdelijke contract van zijn vervanger; en
·  bij uitzendovereenkomsten waarin een uitzendbeding is opgenomen.

Geen aanzegging

Als de werkgever de aanzegging niet doet, dan moet hij de werknemer een vergoeding betalen gelijk aan het bedrag aan loon over één maand.
Te late aanzegging
Indien de werkgever de aanzegging te laat doet, dan is hij een pro rato vergoeding verschuldigd, tenzij:
·      De werkgever failliet is;
·      aan hem surseance van betaling is verleend; of
·      hij in de schuldsanering zit.
Jurisprudentie
Inmiddels zijn al meerdere uitspraken over de aanzegregeling gedaan.
Mondelinge aanzegging niet geldig
De rechtbank Rotterdam oordeelde in 2015 in een uitspraak dat een mondelinge aanzegging dat de tijdelijke arbeidsovereenkomst eindigt, niet voldoende is, zelfs als de werknemer die aanzegging erkent (JAR 2015/162).
Ook bij ontslagname door de werknemer tijdens de aanzegtermijn geldt de aanzegplicht
Een tijdelijk arbeidscontract zou eindigen per 30 november. De werkgever deed niet uiterlijk op 30 oktober de aanzegging dat het contract een maand later zou eindigen. Op 4 december vertelde de werknemer dat hij een andere baan had per 1 december. Vervolgens claimde hij een schadevergoeding over een periode van een volledige maand, dus een volledig maandsalaris. De rechtbank Overijssel oordeelde dat de werkgever een schadevergoeding moet betalen omdat hij de aanzegging niet had gedaan. De schadevergoeding was echter pro rato. De werkgever moest de werknemer een vergoeding betalen over vier dagen, dus de periode tussen 1 november en 4 november. Immers, op 4 november had de werknemer zekerheid over zijn toekomst. Hij wist toen dat hij op 1 december een nieuwe baan zou hebben (Prg. 2016/125). 
Aanzegging per Whatsapp mogelijk
Het is verstandig om de aanzegging per aangetekende post te versturen of door een deurwaarder te laten uitreiken. De werkgever kan daardoor altijd bewijzen dat hij de aanzegging op tijd heeft gedaan. De rechtbank Amsterdam oordeelde echter dat een tijdig per Whatsapp verzonden aanzegging ook rechtsgeldig is (JAR 2015/173). 
Soms is een aanzegging toch niet nodig
Een werkgever was niet tevreden over het functioneren van een werknemer. Begin oktober onderhandelden partijen over vrijstelling van werkzaamheden van de werknemer tot 1 maart van het volgend jaar, dat was tevens de einddatum van zijn contract. De werknemer leverde op 1 oktober 2015 zijn laptop en mobiele telefoon in en nam ook afscheid van zijn collega’s. De werkgever vergat uiterlijk eind februari 2016 de aanzegging te doen en de werknemer claimde daarom de schadevergoeding.
De rechtbank Rotterdam oordeelde dat nu het de werknemer sinds 1 oktober duidelijk was geweest dat zijn overeenkomst zou eindigen per 1 maart, het niet de bedoeling van de wetgever kon zijn geweest dat de werkgever de werknemer de aanzegvergoeding diende te betalen (RAR 2016/143). 
De pro rato vergoeding wordt berekend over werkdagen
Bij een te late aanzegging moet de werkgever een pro rato vergoeding betalen. Hoe dat loon moet worden berekend, zette de wetgever uiteen in het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding.
De toelichting op dat besluit stelt dat de pro rato vergoeding berekend wordt aan de hand van het aantal kalenderdagen van een maand. Bij een maand van 31 dagen waarin de aanzegging één dag te laat is ontvangen, is de werkgever dus een vergoeding verschuldigd van 1/31e deel van het maandloon.  
De rechtbank Midden-Nederland corrigeerde de wetgever. Nu de vergoeding verschuldigd is over werkdagen is de werkgever indien hij één dag te laat de aanzegging doet, 1/21e deel van een maandsalaris verschuldigd, indien die maand 21 werkdagen telt (JAR 2015/264).
Terugkomen op verlenging van de arbeidsovereenkomst in de aanzegperiode
De Rechtbank Oost-Brabant oordeelde in een kwestie waarbij de werkgever tijdens de aanzegtermijn terugkwam op zijn eerdere toezegging om de arbeidsovereenkomst van de werknemer te verlengen. Door dat te doen zegde de werkgever niet tijdig op en moest hij een vergoeding betalen.
Tenslotte 
Bovenstaande uitspraken tonen aan dat het nauw luistert met het voldoen aan de aanzegverplichting. Werkgevers doen er dan ook goed aan om de aanzegging tijdig en schriftelijk te doen en die per aangetekende post te versturen of door de deurwaarder te laten uitreiken.
Mocht u vragen hebben over de aanzegtermijn, dan kunt u mij mailen.
Peter Pijpelink - Partner Advocaten / Mediators

Reacties

Populaire posts van deze blog

Huren en hoge stookkosten door een oude Cv-ketel

Peter Pijpelink - Partner Advocaten/ Mediators Terneuzen Een huurder die een woning of (overige) bedrijfsruimte huurt die verwarmd wordt door een oude Cv-ketel, kan te maken krijgen met hoge stookkosten.   Wie draait voor die kosten op en kan de verhuurder worden verplicht om een nieuwe ketel te installeren? Een oude Cv-ketel Cv-ketels ouder dan 15 jaar zijn juridisch gezien oude ketels. Dat blijkt uit een arrest van het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch uit 2010 . In die zaak hadden de huurders hoge stookkosten omdat hun woning werd verwarmd door een Cv-ketel die maar liefst 31 jaar oud was toen de huurovereenkomst in 2005 werd gesloten. De verhuurder stelde dat de ketel in orde was omdat hij nog perfect functioneerde en voldeed aan de normen uit 1974. Dat was het jaar dat de ketel werd geïnstalleerd. De huurder stelde dat hij schade leed doordat hij hoe stookkosten had door die oude ketel. Het gerechtshof oordeelde dat algemeen bekend is dat Cv-ketels een levensduur...

Het Wetsvoorstel Arbeidsmarkt in Balans: veranderend ontslagrecht

Vóór 2015 waren ontslagprocedures bij de kantonrechter relatief voorspelbaar. Het oude ontslagrecht De werkgever die de kantonrechter verzocht om een arbeidsovereenkomst te ontbinden, baseerde dat verzoek meestal op meerdere gronden. Vaak werd disfunctioneren van de werknemer aangevoerd in combinatie met verlies van vertrouwen in de voortzetting van de arbeidsrelatie. Als de kantonrechter disfunctioneren niet aannemelijk achtte, dan nam hij vaak wel aan dat de verhouding tussen partijen door de ontslagprocedure definitief was verstoord. Hij ontbond dan de arbeidsovereenkomst. En als hij de door de werkgever aangevoerde ontslaggronden niet sterk vond, compenseerde hij dat door de werknemer een vergoeding mee te geven die hoger lag dan de neutrale kantonrechtersformule. Ruim 95% van alle ontbindingsverzoeken werd destijds toegewezen. Niettemin voerden werknemers doorgaans verweer om een zo hoog mogelijke ontbindingsvergoeding te krijgen. De hoogte van die vergoeding wer...